Leeftijd is (g)een getal

Leeftijd fascineert me. Wat het zegt over iemand, en wat het niet zegt. ‘Leeftijd is maar een getal’ hoor je vaak. Klopt dat? Nou, niet helemaal. 

Jonge blom

Op 17-jarige leeftijd ging ik studeren. Ik had wat klasgenoten van 24, 25 jaar oud. Wát een verschil. Tot ik op 26-jarige leeftijd zelf een tweede studie ging doen. Voor mijn 18-jarige studiegenoten was ik een mastodont uit een ver vervlogen verleden. Ik zag dat heel anders. Ik voelde me een jonge blom. Ik was toch niet anders dan zij waren? Toch wist ik vanbinnen dat ik op veel vlakken verder was.

50-plus

Ze zeggen dat verschillen kleiner worden naarmate je ouder wordt. ‘Je bent uitontwikkeld’, of ‘het aftakelen begint’. Iedereen boven de vijftig wordt in de vergaarbak 50-plus gegooid. Je kan geen ouderenblad openslaan of de trapliften vliegen je om de oren. Dat slaat natuurlijk nergens op. Iemand van 60 is heel anders dan iemand van 90.

Niet nietszeggend

Zoals mijn vader treffend zei over de 50PlusBeurs: “Ik ga niet meer, je struikelt over de rollators”. Wat gechargeerd natuurlijk, maar het heeft een kern van waarheid. En hij is niet de enige met die mening. Precies de reden dat Toekomt er is. Ja, leeftijd is een getal. Maar niet nietszeggend.


Peter (31) studeerde pabo en werkte op een basisschool. Daarna ging hij Tekst en communicatie studeren aan de UvA. Eerst ‘het broekie’, toen ‘die oude vent’: hij heeft het allemaal al gehoord. Hier schrijft hij over het ongrijpbare begrip leeftijd.